Penseetaart


Deze taart heb ik eigenlijk al een hele tijd geleden gebakken en gefotografeerd. Op één of andere manier is hij nog steeds niet op mijn blog verschenen. Raar eigenlijk, want het is een heerlijke taart. Soms heb ik periodes dat ik zoveel bak dat ik het niet allemaal tegelijk kan plaatsen. Dan komt de taart 'in de wachtrij'.

Bij het doornemen van mijn foto's kwam ik hem weer tegen en bedacht me dat het hoog tijd werd om deze eens te plaatsen. In 'De Banketbakker' van Cees Holtkamp staat een recept voor penseetaart. Met amandelspijs, lekker! Ik heb alleen flink wat meer citroenrasp toegevoegd aan de amandelspijs, omdat ik eerder bij iemand anders een heerlijk smakende penseetaart heb geproefd met heel veel citroen. Verder had ik nog wat abrikozenpuree over en die heb ik er ook bij gedaan. Staat niet in het originele recept, maar smaakte prima! Machtige taart, dus kleine stukjes serveren!

Zeeuwse bloem is bijvoorbeeld verkrijgbaar via www.de-zuidmolen.nl. Met gewone bloem lukt het ook, het deeg is dan alleen iets minder bros.

Deeg
100 gram witte basterdsuiker
200 gram roomboter
300 gram Zeeuwse bloem
½ ei
1 theelepel geraspte citroenschil
Mespunt zout
6 gram bakpoeder

Amandelspijs
175 gram amandelen
175 gram suiker
Half ei, geklutst
Rasp van 2 citroenen

500 gram abrikozenpuree

Glazuur
250 gram poedersuiker
water

Begin met de amandelspijs. Dit kan zelfs al één tot twee dagen van tevoren. Doe daarvoor de amandelen en de suiker in een keukenmachine en maal ze met behulp van de pulseerstand helemaal fijn. Voeg dan beetje bij beetje wat ei toe en de citroenrasp toe. Stop ermee als de amandelspijs een samenhangend geheel is dat tot een bal gekneed kan worden.
Meng voor het deeg de basterdsuiker, boter en citroenrasp met het ei en het zout. Als het één geheel is kan de Zeeuwse bloem met het bakpoeder erdoor. Even goed doorkneden en dan in plastic folie minstens een uur in de koelkast laten rusten.

Verwarm de oven voor op 190 graden.
Rol na een uur het deeg uit to een lap van 2 mm dik. Bekleed een ingevette vlaaivorm van 24 cm doorsnede en 2 ½ cm hoog met het deeg. Verdeel de amandelspijs over de bodem en smeer daar bovenop de abrikozenpuree. Houd alleen nog een klein beetje abrikozenpuree over om later de bovenkant mee te bestrijken.
Maak van het overgebleven deeg weer een bal en rol dit uit tot een lap van 2 mm dikte. Leg deze lap als deksel over de taart en snijd de randen eraf. Bak de taart dan 30 minuten in de voorverwarmde oven.

Laat de taart goed afkoelen. Verhit de overgebleven abrikozenpuree en strijk hiermee de bovenkant van de taart in. Doe vervolgens de poedersuiker in een kommetje en voeg 50 gram water toe. Roer dit tot een gladde massa en verdeel het glazuur over de taart. Laat het glazuur uitharden en snijd de taart dan pas aan. Heerlijk!

Reacties